Column: Modal profiling

12.02.2019

Profiling wordt door veiligheidsdiensten ingezet om potentiële dreigingen in te schatten. Maar bewust of onbewust passen we deze techniek bijna allemaal toe, telkens we ons in het verkeer begeven. Zo ontstaan, vaak incorrecte, veralgemeningen, die op sociale media al helemaal een bloeiend leven gaan leiden. En dan is er nog het feit dat de auto als standaard beschouwd wordt in onze cultuur, en de andere modi als ‘alternatief’.
 

"Ik ben een racist in het verkeer. Ik geef het toe. Ik laat mijn gedrag beïnvloeden door huidskleur, geslacht, leeftijd en type voertuig van mijn medeweggebruiker. 

Gedrag van mensen inschatten op basis van uiterlijke kenmerken, het hoort niet. Ik betrap mezelf erop het elke dag te doen, in alle vormen: gender profiling (zeg niet te gauw …), racial profiling, age profiling en ook modal profiling. Toen ik het onlangs met een ex-collega over het circulatieplan in Gent had, waren we allebei positief, maar hij maakte een (terechte) kanttekening. Als dagelijkse en die hard fietser stelde hij vast dat het nu toch vooral fietsers zijn waarvoor je moet opletten en zeker die studenten. Voorrangsregels of verkeerslichten zijn louter indicatief voor die bevolkingsgroep. Meteen was het zaadje geplant: doen we niet allemaal een beetje aan profiling?

Racial profiling

Racial profiling meme

Profiling wordt door veiligheidsdiensten ingezet om potentiële dreigingen in te schatten. In het verkeer doe ik het elke dag. Vrouw in een SUV? Ik ben onzichtbaar voor haar, ook al heb ik een fluohesje aan en doe ik een dansje aan haar voorruit. Dat heeft zelfs een eigen term in het verkeersveiligheidsonderzoek: ‘looked but failed to see’. Aziatisch uitziende fietser? Geef die maar wat extra ruimte, die zwalpt nogal. Lichtbruine man in een Audi of BMW? Die zal geen voorrang verlenen aan een fietser, ook al staan er haaientanden. Overigens wel wetenschappelijk aangetoond: automobilisten in auto’s met een hogere status zullen sneller onethisch gedrag vertonen, in casu: geen voorrang verlenen.

Of omgekeerd: aan bepaalde gedragingen koppel je een profiel. Vrachtwagen op het fietspad? Pools kenteken of een bestelwagen van PostNL. Fietser in een fietsvrije straat? Een postbode of een student. Aan het sukkelen bij het inparkeren? Mijn vrouw checkt altijd of het weer een vrouw is (ik moet er even bij vermelden dat zij wel zeer goed kan parkeren).

Onderzoek van Ian Walker begin jaren 2000 gaf al aan dat automobilisten fietsers met lang haar meer ruimte geven (gemiddeld 14 centimeter) bij het inhalen dan fietsers met een kort kapsel of een fietshelm (bij mijn weten het enige verkeerswetenschappelijk onderzoek waarin een pruik gebruikt werd). Dat wil natuurlijk wel zeggen dat al die automobilisten aan gender profiling deden.

Een pruik voor meer verkeersveiligheid

Bron foto: University of Bath

Als ervaren profiler merk je meteen ook maatschappelijke tendensen. Machogedrag is niet meer voorbehouden aan de mannelijke twintiger. Ook postmenopauzale vrouwen durven al eens hun (valse) tanden of middenvinger laten zien, liefst vanuit de veilige bescherming van hun voertuig. De voetganger is niet langer het kneusje en eist haar of zijn al dan niet imaginaire rechten op (“dit is een zone 30 dus jij moet stoppen als ik wil oversteken”). 

Onlangs volgde zo’n profilerende automobilist me naar huis. Enkel en alleen om me te feliciteren met het feit dat ik aan elk kruispunt met mijn arm mijn richtingverandering aangegeven had. “Geen enkele fietser die dat nog doet. Super van je!” Mijn reactie dat die opmerking ook voor automobilisten opgaat, leidde pas na enige reflectie tot instemming.

 

War of the modes

Op social media doen we niet liever dan andere modi bashen. Zo creëren we een community gevoel. Wij voetgangers, wij fietsers en wij automobilisten. Openbaar vervoer is de uitzondering: iedereen basht graag ons openbaar vervoer, ook de gebruikers ervan. 

Bepaalde organisaties gaan dat nog eens versterken door jaarlijks onze top 3 irritaties ten opzichte van andere weggebruikers te publiceren. Of die irritatie nu rationeel is of niet maakt niet uit. Zoals fietsers die met twee naast elkaar rijden. Alsof het voorrecht om met elkaar te praten of je kinderen veilig te begeleiden alleen bestaat voor automobilisten. Maar blijkbaar is het laken van legaal gedrag maatschappelijk aanvaardbaar.

En plots zitten we in een ander vakgebied: de sociale dominantie theorie. De auto wordt als standaard beschouwd in onze cultuur (denk maar eens aan de woordkeuze ‘alternatieve modi’). Hierdoor worden fouten van andere modi uitvergroot en worden fouten van ‘groepsgenoten’ makkelijker vergeven. Veel gedrag ten opzichte van leden van andere, inferieure groepen gebeurt onderbewust.

Zou hierin een verklaring te vinden zijn voor het feit dat de verkeersveiligheidscijfers van voetgangers en fietsers niet wezenlijk verbeteren sinds 2004?"

 

Deze tekst bouwt voort op een column van Miguel Vertriest die eerst verscheen in Verkeersspecialist 241 van november 2017, een uitgave van Wolters Kluwer.