Het Slimme Dorp

14.06.2018
Het slimme dorp

Smart cities is zowat het 'buzzword' van de afgelopen jaren. Maar waarom kunnen enkel steden slim zijn? Slimme dorpen kunnen nog meer dan slimme steden een antwoord bieden op heel wat maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing, eenzaamheid, klimaatverandering, … Zeker in suburbia of het nevelgebied Vlaanderen zijn de grootste uitdagingen voor lokale bereikbaarheid terug te vinden op het platteland. In dit dossier schetsen we de hindernissen op het landelijke pad én de slimme weg er over (of er langs).

 

Smart mobility vertalen naar het dorp

Smart mobility is de verzamelnaam voor digitale en technologische innovaties en modellen die leiden tot ‘betere’ mobiliteit: goedkoper, efficiënter, minder vervuilend, veiliger, sneller, comfortabeler en toegankelijker. We laten even in het midden of die altijd samengaan.

Smart mobility is niet voorbehouden voor smart cities, maar zomaar vertalen naar slimme dorpen doe je beter niet. Het meest voor de hand liggende verschil is het schaalverschil. De verplaatsingsstromen in de stad zijn veel dikker dan op het platteland. Dat wil zeggen dat (hoogwaardig) openbaar vervoer minder voor de hand ligt, maar ook dat bepaalde businessmodellen (Uber, Lyft) niet zo evident zijn. Een tweede element is dat steden grotere budgetten kunnen besteden om een voortrekkersrol te spelen en nieuwe initiatieven te ondersteunen.

Kleine gemeenten zullen dus nog even moeten afwachten tot er businessmodellen op de markt bestaan of deelnemen aan gesubsidieerde projecten. Het derde element dat slimme steden van slimme dorpen onderscheidt is ruimte. Ruimte in steden is schaars en bijgevolg duur. Dorpen hebben meestal meer en goedkopere ruimte beschikbaar. Nadeel daarvan is dat een deel van de sense of urgency wegvalt. File of parkeerproblemen zijn vaak een ‘ver van mijn bed’-show. Aan de andere kant is het eenvoudiger ruimte te vinden voor een mobipunt, dorpspunt of buurtparking.

 

Traffic Management, Internet of Things & customer convenience

Waarom zou een dorp traffic management nodig hebben? Hier staat geen file en een parkeerprobleem is er enkel zondagmorgen voor de bakker. Net omwille van de dunnere vervoersstromen is het belangrijk welke aantrekkingspolen op welke manier en hoe vaak bezocht worden. Kleine gemeenten kunnen zo bijvoorbeeld zien welke trajecten fietsende scholieren gebruiken en net daar hun beperkte middelen inzetten om een betere infrastructuur te realiseren.

De extra ruimte waar dorpen over beschikken kan ingezet worden om de nadelen van e-commerce te vermijden. Dankzij het Internet of Things (IoT) wordt niet enkel de logistieke keten verbeterd (wat meteen een oplossing voor het legioen van bestelwagens is), maar worden de goederen in een wijk- of straatpunt geleverd waar de klant ze met de smart phone kan ophalen.

Waar in grootsteden Uber eats & Deliveroo eenheidsworst aan de man brengen kunnen lokale initiatieven inspelen op de producten van lokale handelaren en de wensen van hun klanten, terwijl ze ondertussen voor de gewenste convenience zorgen.

 

 

Shared mobility

Het is niet evident het delen van voertuigen van de grond te krijgen in landelijke gebieden. Vanuit ruimtelijk oogpunt ontbreekt de sense of urgency: plaats genoeg om je auto kwijt te raken. Individueel autobezit is voor velen nog de default mode. Voor aanbieders van gedeelde voertuigen ontbreekt het aan kritische massa om een aanbod uit te bouwen. Inwoners kunnen zelf het heft in handen nemen en starten met particulier autodelen. Gemeenten kunnen hun steentje bijdragen en hun voertuigenpark dat na de kantooruren en tijdens het weekend weinig gebruikt wordt delen met de inwoners van de gemeente.

 

Het dorp als multimodale hub

De transitie van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid houdt onder meer een hiërarchisering van het openbaarvervoernet in. Dat wil zeggen dat kleine dorpen vooral op het vraaggestuurd netwerk van ‘vervoer op maat’ zullen moeten rekenen om reizigers naar aanvullend en kernnet te brengen. Op welke manier dit vervoer op maat vorm zal krijgen is nog onduidelijk, maar we weten wel al dat een belangrijke weggelegd is voor de mobiliteitscentrale in het organiseren van het vervoer. De verplaatsingen zelf zullen dan uitgevoerd worden door verschillende aanbieders op basis van het profiel van de reiziger: openbaarvervoertaxi’s, buurtbussen, meerijdsystemen, deelfietsen, …

De facto wordt het vervoer op maat een vorm van Mobility as a Service (MaaS). Het uitgangspunt van MaaS is dat je geen vervoermiddelen (auto of fiets) meer hoeft te bezitten, maar dat je verplaatsing een product zijn waarvoor je de meeste geschikte diensten kunt gebruiken. De app op je smartphone regelt je verplaatsing voor je (met deelfiets, openbaar vervoer, taxi, …) en zorgt voor de financiële afhandeling.

Kritische succesfactor van vervoer op maat zal de link met het dorp zijn: via de multimodale hub van het mobipunt of de sociaal-economische hub van het dorpspunt . Deze hubs zijn een fysieke link tussen mensen (fietsenstalling, openbaarvervoerhalte, winkel, postpunt, …) en technologie (reisinformatie, laadpalen, mobility as a service, …) en maken zo slimme dorpen mogelijk.

 

Technologie als bindmiddel voor ruimte en mobiliteit

Technologische innovaties (en voorlopig laten we de zelfrijdende auto nog even buiten beschouwing) kunnen de uitdagingen die mobiliteit en ruimtelijke ordening ons stellen verzachten. Maar technologie zal niet alle fricties oplossen of kan die zelfs verergeren. Blijvend inzetten op kernverdichting blijft dus aangewezen.

Stedelijke oplossingen zijn niet meteen 100% toepasbaar in dorpen, maar slimme dorpen zouden op zijn minst een even grote beleidsprioriteit moeten zijn als smart cities, vooral in nevelgebied Vlaanderen.