Lage-EmissieZones in Gent en Antwerpen zorgen voor minder vervuilende wagens in heel Vlaanderen

03.12.2020
LEZ

Met het evaluatierapport “Impact van de lage-emissiezones op het wagenpark, de luchtkwaliteit en sociaal kwetsbare groepen” toont het departement Omgeving aan dat de invoering van lage-emissiezones de vergroening van het wagenpark heeft versneld. Oude dieselwagens zonder roetfilter verdwenen sneller uit de lage-emissiezones dan in de rest van Vlaanderen en werden vaker vervangen door (oudere) benzinevoertuigen. Hierdoor is de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en zwarte koolstof (roet) sterk gedaald.

Meer achtergrondinformatie over de milieuzone of LEZ lees je in ons dossier  


LEZ zorgt vooral voor lokale daling van roetconcentraties

De verminderde uitstoot heeft voor een betere luchtkwaliteit gezorgd. De impact op de luchtkwaliteit is erg afhankelijk van de hoeveelheid verkeer en de omgevingskenmerken en is het grootst op de Noorderlaan, de Leien, de Kaaien en de invalswegen van en naar de Leien. De gemodelleerde concentraties aan stikstofdioxide en de roetconcentraties lagen in 2019 respectievelijk tot 1,7 μg/m³ (3% van de concentratie aan stikstofdioxide) en tot 0,15 μg/m³ (8% van de roetconcentratie) lager dan zonder de verstrenging van de lage-emissiezone het geval zou zijn geweest. Ook uit de modelresultaten blijkt dus een grotere relatieve impact op de roetconcentraties dan op de concentraties aan stikstofdioxide. Dit ligt in de lijn van de verwachtingen, aangezien in een lage-emissiezone tot 2025 de focus ligt op het weren van oude dieselwagens zonder roetfilter. Zodra ook de recentere diesels, die nog veel stikstofoxiden uitstoten, worden geweerd zal de impact op de concentraties aan stikstofdioxide toenemen. Toch zorgt de verschuiving van diesel- naar benzinewagens ook nu al voor een impact op de concentraties aan stikstofdioxide. Op de locatie met de grootste impact is de concentratie aan stikstofdioxide (NO2) 25% extra gedaald in de periode najaar 2017 – 2019.

Betere luchtkwaliteit is vooral gunstig voor sociaal zwakkere mensen

Sociaal zwakkere mensen worden niet alleen meer blootgesteld aan luchtvervuiling maar zijn ook gevoeliger voor de gezondheidsrisico’s van luchtvervuiling. Ze hebben ook vaak geen auto, waardoor ze in dat geval enkel positieve effecten van de lage-emissiezone ondervinden.

Het autobezit is in de steden Antwerpen en Gent gemiddeld lager dan in de rest van Vlaanderen. Zeker in de sociaal kwetsbare buurten is het gemiddeld aantal auto’s per huishouden erg laag. Ruwweg de helft van de huishoudens in deze buurten heeft geen auto. In sommige sociaal kwetsbare buurten in Antwerpen ligt het autobezit zelfs nog iets lager.

De lage-emissiezone van Antwerpen zorgde in eerste instantie vooral voor een daling van de blootstelling aan roet. Dit heeft geleid tot een vermindering van de gezondheidseffecten die geassocieerd worden met de blootstelling aan fijn stof, zoals ademhalingsziekten (astma, chronische longziekten (COPD) en longkanker), allerlei hart- en vaatziekten, hersenaandoeningen, diabetes, vroegtijdige sterfte, … Bovendien blijkt uit recent onderzoek dat de blootstelling aan fijn stof de impact van ademhalingsvirussen, zoals Covid-19, doet toenemen. Ook in de strijd tegen het Covid-19 virus heeft de lage-emissiezone dus indirect een positieve impact door de verminderde blootstelling aan roet.


Flankerend beleid

Sociaal kwetsbare gezinnen die een auto hebben worden wel harder getroffen dan andere gezinnen. Ongeveer een derde van de Antwerpse en Gentse autobezitters uit het laagste inkomenskwartiel heeft echter (minstens) een auto die niet is toegelaten tot een lage-emissiezone. Dit voertuig is bijna altijd hun enige wagen.

Het is dus erg belangrijk om voor deze doelgroep ondersteunende maatregelen te nemen die de sociale gevolgen verzachten. Tegelijkertijd mogen deze maatregelen de effectiviteit van de LEZ niet verminderen.

  • De Vlaamse Regering heeft beslist om oudere benzinewagens (tot 24 jaar oud) toe te laten in een lage-emissiezone. Deze voertuigen stoten veel minder stikstofoxiden uit dan dieselwagens die even oud zijn en stoten bijna geen roet uit. Door oudere benzinevoertuigen toe te laten vermindert de effectiviteit van een lage-emissiezone, maar wordt niemand verplicht om een dure, recente wagen aan te kopen.
  • De stad Gent verleent een slooppremie voor het slopen van een oud voertuig. Tot nu toe verleende de stad Gent 740 slooppremies waarvan ongeveer 190 premies aan mensen met een lager inkomen.
  • Een andere verzachtende maatregel die in beide lage-emissiezones wordt toegepast is de optie die geboden wordt aan de eigenaars van oude dieselwagens die net niet aan de toegangscriteria voldoen. Zij kunnen de vervanging van hun wagen uitstellen door een tijdelijke toelating aan te kopen. Inwoners van de lage-emissiezone met een beperkte financiële draagkracht19 betalen voor zo’n tijdelijke toelating 140 euro (in Gent) of 180 euro (in Antwerpen) voor een jaar.
  • Tot slot is voor mensen met een beperkte financiële draagkracht die een handicap hebben een vrijstelling voorzien omdat zij meer dan andere mensen op een auto zijn aangewezen om zich te kunnen verplaatsen. Deze vrijstelling geldt zowel voor inwoners als bezoekers van de lage-emissiezone. In totaal werden om die reden tot nu toe ongeveer 4200 vrijstellingen verleend. Het gaat hierbij om bijna 40% van alle geregistreerde vrijstellingen.

Met de juiste ondersteunende maatregelen kan de overheid er voor zorgen dat de positieve sociale effecten groter zijn dan de negatieve sociale effecten. De minder strenge toegangscriteria voor benzinevoertuigen en de Gentse slooppremie slagen daar het best in.


LEZ als instrument binnen een bredere aanpak voor betere luchtkwaliteit

De effecten van de lage-emissiezones reiken volgens de evaluatie verder dan de zone zelf. Ook in de rest van Vlaanderen rijden er minder dieselwagens dan vroeger het geval was. Dat wordt in de studie deels toegewezen aan de LEZ. Daarnaast waren er zowel federale (accijnzen) als Vlaamse (herziening verkeersbelasting en Belasting op InVerkeerstelling) fiscale incentives die richting benzinewagens stuurden. Om nog niet te spreken over dieselgate. Op onderstaande grafiek zien we duidelijk deze tendens die al langer aan de gang is dan de invoering van LEZ’s. Zomaar de daling van het aantal diesels aan de LEZ toewijzen klopt dus niet, al speelt het zeker een rol.

Aandrijving voertuigen