Once you hop, you can’t stop

27.07.2020

‘Hoppin’ is het nieuwe Vlaamse mobiliteitsmerk opgestart door minister Lydia Peeters en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Hoppin bundelt alle mobiliteitsoplossingen onder een noemer en wordt waar gemaakt door middel van een website, een app en een mobiliteitscentrale. Ook de mobipunten, waarvoor Vlaanderen 100 miljoen euro vrijmaakt om er 1.000 te realiseren vallen onder het mobiliteitsmerk ‘Hoppin’.


Bundelen van krachten

Het aanbod van mobiliteit is vandaag erg versnipperd: aanbieders van openbaar vervoer zoals De Lijn en NMBS, deelfietsen van Blue-bike of Velo, deelauto’s van Cambio of Partago, … Het is niet altijd duidelijk voor de pendelaar. De focus van Hoppin ligt vandaag inderdaad op de pendelaar (“We helpen de pendelaar om gebruik te maken van alle verschillende vervoersopties en te ‘Hoppin’ tussen bijvoorbeeld bus en (deel)fiets.”) en minder op de reiziger. Hoe dat concreet gemaakt zal worden is vandaag nog niet duidelijk. Het nieuwe mobiliteitsmerk past wel binnen de transitie van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Basisbereikbaarheid is de nieuwe Vlaamse mobiliteitsvisie die vertrekt vanuit een vraaggestuurd mobiliteitsaanbod en waarin combimobiliteit, het combineren van verschillende vervoermiddelen, centraal staat.

105.400.000 euro voor de uitrol van 1.000 mobipunten

Het Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn, Lantis en De Werkvennootschap staan in voor de realisatie van mobipunten langs gewestwegen. Steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanleg van ‘Hoppin’ – locaties langs gemeentewegen. Een vreemde keuze om de organisatie te laten afhangen van de locatie van het mobipunt en niet van de plaats van het mobipunt in de hiërarchie en het beheer respectievelijk aan Vlaanderen, de vervoerregio of lokale overheid toe te vertrouwen. Dat lijkt beter te passen binnen de netwerk-logica.


Op basis van de Vlaamse beleidsvisie mobipunten worden er 5 types onderscheiden. Voor de aanleg van een interregionaal of regionaal mobipunt aangeduid door de vervoerregio wordt een tussenkomst voorzien van 50% van de kostprijs met een maximum van respectievelijk 500.000 tot 250.000 euro. De lokale en buurtmobipunten worden door de gemeenten aangeduid en ingericht. Hiervoor is een subsidie voorzien van 100% van de kostprijs met een maximum van respectievelijk 50.000 tot 25.000 eurovoor lokale, dan wel buurtmobipunten. Van de 1000 te realiseren mobipunten deze legislatuur verwachten we dat er ruim 785 gelegen zijn aan gemeentewegen. Om gemeenten aan te moedigen deze mobipunten aan te leggen, wordt hier voorzien in een financiering van 100%.

Verplaatsingen plannen, reserveren en betalen via website en app

De Vlaamse overheid zorgt verder voor een website en app die diverse vervoersoplossingen met elkaar combineert om de beste route van punt A naar punt B te berekenen. De website en app zullen daarbij rekening houden met het openbaar vervoer, taxidiensten, deelauto’s, deelfiets en (e)steps, parkeermogelijkheid en laadinfrastructuur. Pendelaars zullen er onder meer informatie vinden over uurroosters, vlotte verbindingen en tarieven.
Wie vragen heeft over een bepaald traject zal daarmee op termijn terecht kunnen bij de Vlaamse mobiliteitscentrale, deze centrale bundelt onder de naam 'Hoppin’ alle informatie van de vervoerexploitanten. De lancering van de website, app en centrale is voorzien in de loop van 2021.

Persbericht

Website