Column: De e-bakfiets als nieuwe SUV

25.12.2022
e-bakfiets_sven huysmans

Is de e-bakfiets het perfecte alternatief voor de (tweede) wagen? Met de centen van hun verkochte auto nog in de hand komen de klanten in de fietswinkel een e-bakfiets kopen. Verkeerscirculatieplannen, files, hoge brandstofprijzen, voor veel mensen is het genoeg geweest en komt de e-bakfiets praktischer uit dan de klassieke ‘stads-SUV’. Het enige wat de verkoop van e-bakfietsen nog enigszins afremt zijn de lange levertermijnen, zelfs langer dan die voor de doorsnee SUV.

De commentaren bij een artikel over de groeiende populariteit van de e-bakfiets bewijzen dat de doorsnee krantenlezer toch nog niet klaar is voor deze bak-velorutie: “Beter verbieden, niet meer van deze tijd en gevaar voor andere weggebruikers” of “Voor dat geld gooi ik de wagen nog wel eens vol”.

Zijn we klaar voor de ver-e-bakfietsing van onze mobiliteit? Op twitter durfde ik de e-bakfiets te vergelijken met de SUV. Beide zijn oplossingen voor een vervoersvraag. Allebei kennen ze een groeiende populariteit en zijn ze groter dan hun voorganger. Beide worden beschouwd als gevaarlijke voertuigen, al zijn diegenen die de ene als gevaarlijk beschouwen vaak bestuurder van de andere. Ze zijn toch wel allebei een statussymbool, je wil niet de sukkelaar zijn die nog met een gewone bakfiets rijdt. De vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal op, maar de e-bakfiets veroorzaakt gelijkaardige problemen op (te smalle) fietspaden en in (te kleine) fietsenstallingen als de SUV veroorzaakt in vergelijking met de klassieke personenwagen.

Maar om de e-bakfiets als de nieuwe SUV te bestempelen, dat gaat toch een fietsbrug te ver? Ik grijp even terug naar Jane Jacobs in The Death and Life of Great American Cities om die vergelijking te verduidelijken. Jane Jacobs beschouwt auto’s als stillere, properdere, snellere en efficiëntere paarden. Hadden we geen auto’s, stelt Jacobs, dan hadden we ze moeten uitvinden. Het probleem is dat er te veel auto’s zijn in verhouding tot de personen die ze vervoeren. In plaats van zes paarden te vervangen door een auto hebben we het omgekeerde gedaan. We hebben onze straten en steden vormgegeven op auto-maat. Maken we dan niet dezelfde fout door onze openbare ruimte te ver-e-bakfietsen?

De (e-)bakfiets is een efficiëntere vorm van mobiliteit dan de auto, maar net als bij de SUV is onze openbare ruimte er niet op voorzien. Zolang de fietspaden te smal zijn, de bakfietsen op het (ook te smalle) trottoir moeten gestald worden, zijn we nog niet klaar voor de verbakfietsing. De e-bakfiets is een nieuwe ruimteverslinder die vooral de restruimtes voor de voetganger inpalmt. De bezwaren van de anti-e-bakfietsers zijn dus wel degelijk gegrond, al moeten ze erkennen dat de gevolgen van de SUV-ificatie veel ingrijpender en dodelijker zijn.

De moraal van deze parabel is dat overheden keuzes moeten durven maken. Een stad of gemeente kan niet én rijbanen voor gemotoriseerd verkeer én parkeerstroken én busbanen én fietspaden (voor alle soorten fietsen) én fietsenstallingen én trottoirs blijven aanleggen. De ruimte is beperkt en we zijn met steeds meer. Die keuze baseer je best op maatschappelijke efficiëntie en sociale rechtvaardigheid. Dat wil voor mij zeggen dat niet alle auto’s overal welkom zijn in onze steden, toch niet in alle straten. En ja, dat wil ook zeggen dat we een aantal straten, zoals winkelwandelstraten, voorbehouden voor voetgangers alleen.

Deze column verscheen eerst in Verkeersspecialist 290 van oktober 2022.