De pijn van de reiziger

02.07.2018

In De Standaard verscheen een degelijke reeks over De Lijn. Het gaat niet goed met de Vlaamse Vervoersmaatschappij. Dat is jammer, want Vlaanderen heeft meer dan ooit nood aan openbaar vervoer van hoge kwaliteit. De Standaard heeft haar licht bij allerlei actoren opgestoken. Maar de pijn van De Lijn is ook de pijn van de tram- en busreizigers. Zij komen in de reeks niet aan het woord. Nochtans zijn ze met velen en zouden ze bij een positief, duurzaam en aanmoedigend mobiliteitsbeleid nog talrijker kunnen zijn. Hoe komt het toch dat het imago van het openbaar vervoer in Vlaanderen het laatste decennium zo achteruitgegaan is? Dat wekt verbazing omdat de mobiliteitsdruk in die periode enorm toegenomen is, niet alleen in de Vlaamse Ruit maar inmiddels ook daarbuiten. We hebben de twijfelachtige eer om Europees koploper te zijn qua files en luchtverontreiniging. In dergelijke omstandigheden verwacht je dat het potentieel voor een overstap van de auto op het openbaar vervoer groeit. En toch wil dat niet echt lukken. Een aantal problemen zijn in de reeks van De Standaard met name genoemd.

Door de toenemende drukte op de wegen verslechtert de stiptheid van het openbaar vervoer. Simpel gezegd: de door files geplaagde automobilist vindt het openbaar vervoer geen aantrekkelijk alternatief omdat hij zelf de doorgang van tram en bus hindert. Hoe kun je aan die vicieuze cirkel ontsnappen? Door consequent voorrang te geven aan gemeenschappelijk en duurzaam vervoer: eerst de voetganger, dan de fiets, nadien het openbaar vervoer en pas in laatste instantie de auto. Daarom betreuren we de huidige discussies en evoluties, die het STOP-principe in vraag stellen. Er moet maximaal worden ingezet op doorstromingsmaatregelen. Die hoeven niet altijd miljoenen te kosten. Wat gezond verstand en enkele relatief eenvoudige ingrepen in de verkeerslichtenregelingen volstaan: organiseer een dynamische groene golf voor trams en bussen. Dat is efficiënter dan hen groen licht te geven als ze er niet zijn en ze keer op keer voor rood te laten stoppen, als ze wel voorbijkomen. Het blijft toch hallucinant dat dat op zoveel plaatsen in de ons omringende landen al lang ingeburgerd is maar bij ons nog steeds niet. Door hun gebrek aan daadkracht en soms ook gebrek aan kennis, staan de Vlaamse overheid en sommige steden en gemeenten zelf een efficiëntere werking van De Lijn in de weg. Elke sense of urgency lijkt te ontbreken. Ook op het gebied van tariefintegratie tussen trein en bus en op het vlak van reizigersinformatie heeft Vlaanderen een enorme achterstand in te lopen. Intentieverklaringen zijn er genoeg, realisaties die op het terrein het verschil echt kunnen maken voorlopig nog maar weinig.

De afgelopen jaren is gesnoeid in het aanbod van De Lijn. Dat is een rechtstreeks gevolg van de besparingen, die de Vlaamse overheid De Lijn sinds 2010 opgelegd heeft. Gedurende de hele legislatuurperiode van de huidige Vlaamse regering zal De Lijn een besparing van 250 à 300 miljoen euro hebben moeten realiseren. Inmiddels zijn de uitgaven voor brandstof en personeel natuurlijk gestegen. De efficiëntiewinsten die De Lijn door besparingen kon doorvoeren zonder de reiziger te treffen, hebben we al lang gehad. Dat De Lijn in eigen vlees moet snijden, doet ook de reizigers pijn. Minister Weyts benadrukt graag dat hij het investeringsbudget verhoogd heeft. Het klopt dat hij nieuwe trams besteld heeft. Dat was ook nodig, aangezien de gemiddelde leeftijd van de trams in Vlaanderen ruim boven de 30 jaar lag. Tot op vandaag rijden er in Antwerpen trams rond die meer dan een halve eeuw oud zijn. Maar die nieuwe trams (en ook nieuwe bussen) rijden minder frequent dan enkele jaren geleden, omdat lijnen en ritten – soms ook met een behoorlijke bezetting – afgeschaft zijn. Een extra lange tram is mooi, maar als de reizigers langer dan voordien aan de halte moeten wachten, is dat een achteruitgang. Bovenop die problemen komt de zoveelste interne reorganisatie, waartoe De Lijn in het kader van de basisbereikbaarheid gedwongen wordt. Het personeel lijdt onder de langdurige onzekerheid en de reizigers merken dat.

Is verbetering op komst? Minister Weyts vindt alvast van wel. Volgens hem gaat de basisbereikbaarheid veel oplossen. Wij vrezen vooral dat ze tot veel onnodige versnippering en bijkomende aanbodsvermindering gaat leiden. Dat de reiziger als betrokken partij zelfs niet genoemd wordt in de documenten en procedure, is zorgwekkend. De Vlaamse tram- en busreizigers en bij uitbreiding Vlaanderen verdienen beter.

Stefan Stynen, voorzitter TreinTramBus (auteur)
Simon November, Woordvoerder Test-Aankoop
Laurien Spruyt, Policy officer Climate & Mobility BBLv
Mikaël Van Eeckhoudt, Algemeen Directeur Fietsersbond
Tom Dhollander, Gedelegeerd Bestuurder Voetgangersbeweging
Steven Clays, Inhoudelijk Coördinator Trage Wegen