Ezelsdracht baart muis

18.11.2013

Het openbaar onderzoek voor het Mobiliteitsplan is gestart op 8 november 2013 en loopt nog tot en met 12 januari 2014. Iedereen kan zijn opmerkingen en suggesties bij het plan kwijt via de website www.mobiliteitsplanvlaanderen.be. Dat is belangrijk want het plan analyseert de belangrijkste mobiliteitsuitdagingen en beschrijft beleidskeuzes waarmee we mobiliteit in Vlaanderen concreet vorm willen geven in de toekomst.

 

 

Gespannen verwachtingen

 

Volgens het oorspronkelijke mobiliteitsdecreet had het plan eind 2010 moeten opgeleverd worden. De deadline werd verlegd naar 31 december 2012, een datum die ook niet gehaald werd. Op 25 oktober 2013 keurde de Vlaamse Regering dan toch de ontwerpversie goed. Na incalculeren van openbaar onderzoek, advisering door de Strategische AdviesRaden en het parlementair debat, zou dit er moeten toe leiden dat het Mobiliteitsplan Vlaanderen op een van de laatste vergaderingen van de Vlaamse Regering voor de verkiezingen van 25 mei 2014 kan worden goedgekeurd. Wat hetzelfde risico inhoudt als wat het vorige Mobiliteitsplan Vlaanderen overkomen is: voor eeuwig verdoemd met het predicaat ‘ontwerp’.

 

Het is vooral opvallend dat het richtinggevend gedeelte er komt na meer dan 2 jaar windstilte (volgend op het informatief gedeelte en de publieksbevraging). In die tijd werd vooral achter de schermen verder gewerkt. Een gemiste kans, die periode had kunnen gebruikt worden om een participatietraject uit te bouwen, nochtans een van de beginselen uit het mobiliteitsdecreet. Nu blijft de participatie beperkt tot het openbaar onderzoek.

 

 

 

Uitgebreide menukaart, maar geen keuze van de chef

 

Wie het richtinggevende gedeelte leest, zal zeker elementen tegenkomen die kunnen bekoren. Niet verwonderlijk, in de 20 actielijnen komen alle denkbare projecten en transportmodi meermaals aan bod. In tijden van budgettaire schaarste zullen er echter keuzes moeten gemaakt worden. Het Mobiliteitsplan Vlaanderen geeft heel weinig houvast als het over criteria voor het maken van die beslissingen gaat. Een van die criteria zou het STOP-principe (het andere beginsel uit het mobiliteitsdecreet, naast participatie) kunnen zijn, maar behalve op het onderliggend wegennet, komt het STOP-principe als beginsel voor het mobiliteitsbeleid niet aan bod.

 

De structuur van de actielijnen leidt tot een sterk verkokerd plan, met enerzijds de splitsing tussen verschillende modi en anderzijds de verwijzing naar de verschillende betrokken overheden. Sterker nog, het lijkt soms op een memorandum waarin Vlaanderen verwachtingen formuleert ten opzichte van lokale overheden, de federale overheid en Europa.

 

 

 

Ter plaatse trappelen

 

Als streefdoel voor verkeersemissies vertrekt het beleidsplan van een reductie in CO2-uitstoot met 16% ten opzichte van 2005. Dit ligt in lijn met de Europese doelstellingen en de doelstellingen die ook in het Vlaams Klimaatbeleidsplan staan. Transport is verantwoordelijk voor een derde van onze totale CO2-uitstoot en binnen transport staat het wegverkeer voor 80% (zonder rekening te houden met 17% voor de correctie van brandstofverkoop). Het realiseren van de Pact2020-doelstelling om 40% van het woon-werkverkeer op duurzame manier te laten verlopen (tegen 2030 volgens het Mobiliteitsplan Vlaanderen), zou onze CO2-uitstoot met zo’n 1,5% verminderen. De invoering van een kilometerheffing voor personenwagens zou resulteren in een daling tussen 1% en 7%, afhankelijk van de tariefzetting.

 

Voor de concretisering van die maatregelen verwijst het Klimaatbeleidsplan (letterlijk) naar het Mobiliteitsplan Vlaanderen. In het Mobiliteitsplan wordt geen van deze doelstellingen of maatregelen echter verder uitgewerkt. Wat betreft de 40/60-doelstelling uit het Pact2020 is de evolutie negatief volgens het indicatorenrapport. Toch staan er in het Mobiliteitsplan Vlaanderen geen maatregelen om deze trend te keren. In een plan met horizon 2040 wordt ook niet verder gekeken dan het evalueren van het ophanden zijnde proefproject kilometerheffing voor personenwagens. Sterker nog: de tekst “Op basis van de resultaten van de proefprojecten zal Vlaanderen in overleg met de andere gewesten in de volgende regeerperiode (2014-2019) evalueren of het opportuun is om zo snel mogelijk over te gaan tot de invoering van een gedifferentieerde kilometerheffing voor personenwagens of tot alternatieve systemen die een betere aanrekening van de gebruikskosten en externe kosten aan de gebruikers mogelijk maken” uit het Klimaatsbeleidsplan wordt zonder aanvulling in het Mobiliteitsplan geplakt. En dan komt het besef dat het Mobiliteitsplan Vlaanderen niet meer is dan wat veredeld knip- en plakwerk.

 

 

 

Tip 1: neem deel aan het openbaar onderzoek over het Mobiliteitsplan Vlaanderen. Alle informatie hierover vind je op de website www.mobielvlaanderen.be.

 

Tip 2: op 19 december 2013 organiseert het Netwerk Duurzame Mobiliteit het Beleidscafé 2013, ondertussen de 5e editie. Thema is uiteraard het Mobiliteitsplan Vlaanderen en op een interactieve manier bepalen we de prioriteiten voor het mobiliteitsbeleid.