Mobiliteit in de klimaatresolutie

24.11.2017

Op 23 november 2016 keurde het Vlaamse Parlement een ambitieuze klimaatresolutie goed. Dat is alvast een opsteker richting Klimaattop op 1 december.

Wat mobiliteit betreft staan er heel wat sterke elementen in. De grootste verwezenlijking van dit document is dat het duidelijk het onderscheid maakt tussen 1) het inzetten op ruimtelijk ordening 2) gebruiken van alternatieven voor de auto en 3) minder emissie. 

 

Afstemming tussen het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid.

Dat zou moeten een weerslag vinden in de twee beleidsplannen in opmaak: Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en Mobiliteitsplan Vlaanderen.

De resolutie spreekt over het clusteren van activiteiten en voorzieningen rond knooppunten. Daarbij wordt het ruimtelijk ordeningsbeleid afgestemd op mobiliteitsassen en –knooppunten. Voor concretisering is het uitkijken naar de 2 beleidsplannen.

 

Omslag naar een nieuw mobiliteitssysteem

Alle vervoermiddelen zouden volwaardige alternatieven moeten worden.

De resolutie biedt niet veel nieuwe elementen. Uitzondering daarop is de fietstoets bij het uitvaardigen van nieuwe verkeersregels of bij ontwerp en aanleg van nieuwe verkeersinfrastructuur.

 

Emissie-vrije transportmiddelen

Vanaf 2019 worden enkel nog alternatief aangedreven voertuigen aangekocht voor openbaar vervoer. Vanaf 2025 is het OV in de stadscentra zero emission.

Voor personenwagens met brandstofmotoren wordt een uitdoofscenario richting 2050 uitgewerkt. Tegen 2030 betekent dit de halvering van het aantal verkochte verbrandingsmotoren.

Daarnaast komt er een onderzoek naar een budgetneutrale slimme kilometerheffing voor personenwagens. Dit stond ook al in het regeerakkoord.

 

Samenwerking met andere beleidsniveaus

Deze opdrachten kunnen niet alleen door de Vlaamse Overheid uitgevoerd worden. Er is overleg en samenwerking met andere overheden nodig.

De federale overheid wordt gevraagd een nieuw kader uit te werken voor de bedrijfswagen (en tankkaart). Kanttekening: Vlaanderen gaat geen stap verder dan wat in de afgelopen begrotingsonderhandelingen is vastgelegd.

De resolutie stelt de NMBS-maatregel om parkeerplaatsen bij treinstations betalend te maken in vraag. Dat zou de modal shift richting openbaar vervoer niet bevorderen. Kanttekening: stations liggen vaak op centrale, gegeerde locaties voor nieuwe ontwikkelingen. Ruimte voorzien voor parkeren heeft effectief een kostprijs, onder meer een opportuniteitskost: minder ontwikkelingen op een goed bereikbare locatie.

De resolutie vraagt ook het uitfaseren van treinen op diesel. Kanttekening: dit vereist een bijkomende investering voor het elektrificeren, terwijl de NMBS net het investeringsritme afbouwt.

Met lokale overheden wordt vooral overlegd over een doordacht lokaal mobiliteitsbeleid om zo het aantal verplaatsingen over de weg te verminderen.

Daarnaast is de openbare verlichting een aandachtspunt: enerzijds de overstap naar LED en anderzijds het dimmen ervan in functie van tijd en plaats.

Op Europees niveau wordt gepleit voor het verstrengen van de normen voor de uitstoot van verbrandingsmotoren voor vrachtwagens en personenwagens. Daarnaast moet er een real emission test op alle voertuigen komen.

Dat past in een duidelijk afbouwscenario voor personenwagens met een verbrandingsmotor in het traject naar 2050, waarbij uiterlijk 15 jaar voor 2050 de laatste nieuwe personenwagen met verbrandingsmotor in de Europese Unie verkocht wordt.

Daarnaast is er ook de volwaardige opname van luchtvaart en scheepvaart in het stelsel van de CO2- emissiehandel. Over het belasten van kerosine of crude oil of BTW op vliegtickets wordt niet gerept.