Naar een mobiliteitscultuur: kunnen we een duurzaam gewijzigd mobiliteitsgedrag garanderen?

02.03.2022

De campagne van het Netwerk Duurzame Mobiliteit draait in 2022 om gedragsverandering en daagt mensen uit hun mobiliteitsgedrag over een andere boeg te gooien.
Dit is artikel 3 van 3 artikels waarin we schetsen wat ons mobiliteitsgedrag bepaalt, welke types maatregelen gedragsverandering kunnen teweeg brengen en hoe we een gewijzigd mobiliteitsgedrag duurzaam maken.

man wandelt op boomstronk

We weten wat het gedrag bepaalt en welke mogelijke maatregelen we kunnen nemen. Toch blijkt niet elke maatregel of campagne een garantie op succes. Soms lukt het voor even, maar vaak vallen we terug in ons oude onduurzame gedrag. Zeker als het over mobiliteitsgedrag gaat zijn er heel wat valkuilen.

Zorg voor een goede basis

Het ergste wat je kan overkomen: eindelijk heb je iemand overtuigd de fiets te nemen en na een paar honderd meter: lekke band. Dat heb je natuurlijk niet in de hand, maar een goede basis zoals kwalitatieve fietspaden of stipt openbaar vervoer is noodzakelijk om iemand blijvend voor duurzame mobiliteit te laten kiezen. Zeker in het begin. We geven het geluk dus best een duwtje in de rug door goede omstandigheden te creëren en zo bepaalde vooroordelen (“fietsen is gevaarlijk”, “het openbaar vervoer is nooit op tijd”) te overwinnen. Als die vooroordelen bevestigd worden, dan sta je verder af dan in het begin.

Voorkomen, niet genezen

Slechte gewoontes zijn moeilijk af te leren. In het beste geval vermijd je slechte gewoontes.
Dat kan door het gewenste gedrag te stimuleren op het juiste ogenblik: iemand is net verhuisd, de kinderen gaan naar een nieuwe school, je bent net van werk veranderd, … Dat zijn momenten wanneer je bewust gaat kiezen voor een bepaald verplaatsingspatroon. Wanneer je mobiliteitsgedrag wil sturen is dat het goede ogenblik. Mis je die window of opportunity, dan moet je eerst de verworven gewoontes doorbreken.

Onbekend is onbemind

Voor wie nooit de bus neemt, ligt de dichtstbijzijnde halte veel verder dan voor wie frequent de bus neemt. Of dat denken ze toch, maar dat is (meestal) een vooroordeel. Voldoende informatie is dus een eerste stap, we zijn immers allemaal bang voor het onbekende. Zorg ook voor antwoorden op vragen zoals “wat als ik deze bus gemist heb, wanneer komt de volgende?”, zorg dat mensen zicht hebben op oplossingen en geef ze vertrouwen. Een mooi voorbeeld is de aanwezigheid van openbaarvervoermaatschappijen op social media: zo voelen de klanten dat er rekening gehouden wordt met hun problemen en weten ze dat er iets aan gedaan wordt.

nmbs social media

Hou rekening met bezwaren

Overstappen op duurzame vervoersmodi is niet altijd evident en vaak zijn er echte bezwaren. De (kleine) kinderen moeten naar de crèche en na het werk moeten er boodschappen gehaald worden: ketenverplaatsingen zijn nog steeds een uitdaging voor duurzame mobiliteit. En voor een aantal verplaatsingen is een auto nu eenmaal handiger.

Er zijn ook weerstanden die je kunt wegnemen. “Als ik met de fiets wil gaan, regent het altijd.” Je kunt die weerstand op een rationele manier proberen te weerleggen: “Het regent minder dan 10% van de tijd en een mens is niet van suiker gemaakt.” Je kunt proberen aanvullen met: “slecht weer bestaat niet, enkel slechte kledij” en wat foto’s van fietsende mensen in een sneeuwstorm. Maar de kans is groot dat je gesprekspartner hun fiets dan voor altijd aan de kant laat staan. Dan is het beter om te zeggen dat ze als het regent wel de auto kunnen nemen. Voor een keer. Door een geruststelling in te bouwen wordt de druk niet te groot en misschien denken ze de volgende keer: “Ah, het is maar een klein beetje regen”.

Op termijn gaat cognitieve dissonantie spelen: “ik doe die verplaatsing nu elke dag met de fiets, dus vind ik dit best wel leuk”. En in plaats van een weerstand wordt het gewoontegedrag iets wat het duurzame gedrag bestendigt.

Nudging is niet duurzaam

Een veelbesproken manier om gewoontegedrag te doorbreken is nudging: een subtiele manier om het gewenste gedrag te stimuleren. Nudging werkt vooral voor eenmalige gedragsveranderingen, niet om op lange termijn gedrag te veranderen. Een verstokte automobilist zal door nudging zijn gedrag niet aanpassen.   

Mijn auto, mijn vrijheid

Het imago van de auto wordt in stand gehouden door een miljarden in de media te pompen. Autoproducenten en -importeurs geven zo’n 1.000 euro per verkochte auto uit aan reclame. Dat zijn die reclames met straten vol mensen of weidse landschappen (naargelang het type wagen) en maar 1 auto, die auto die aan de man gebracht wordt. Aan het imago van de auto wordt al tientallen jaren gewerkt zonder vragen te stellen bij de maatschappelijke impact. Voor tabak en alcohol is daar de laatste dertig jaar langzamerhand heel wat in veranderd. De stoere cowboy werd een long aangetast door kanker. Maar de auto kan nog steeds moederziel alleen door de stad, jungle of woestijn. In Frankrijk rijzen er stemmen om daar verandering in te brengen. 
 
Willen we echt een ander, duurzaam mobiliteitsgedrag realiseren, dan werken we best aan een nieuwe cultuur, waarbij de auto niet langer de standaard is en duurzame mobiliteit het ‘alternatief’.