Studiedag complementariteit fiets en openbaar vervoer: verslag

18.11.2009

Met een opkomst van ruim 40 personen kon de studiedag "Complementariteit fiets en openbaar vervoer" relatief stipt aanvangen in het Ferrarisgebouw van de Vlaamse Overheid te Brussel.

Verslag

Bram Van den Bulcke (TreinTramBus) gaf een korte uiteenzetting over hoe je de fiets kan meenemen op het openbaar vervoer. Deze uiteenzetting werd onderbouwd door verschillende voorbeelden met een overvloed aan foto’s over hoe men deze zaak aanpakt in andere landen. Enkele voorbeelden zijn bijvoorbeeld een fietshouder aan de buitenkant van de voorzijde van de bus of hetzelfde principe achteraan de bus. Een hekel punt van een fietshouder aan de voorzijde is dat de verkeersveiligheid in gedrang komt en daarom wordt het idee gebannen in Europa, terwijl het in de VS een bekend werkmiddel is. Verder in de uiteenzetting werd vooral verduidelijkt wat er in België wel kan aan complementariteit fiets en openbaar vervoer.

Uit het publiek kwamen opmerkingen over het gebruik van de “front side carriers”. Lieve Vermoere (federaal fietsambtenaar) vindt dit systeem te gevaarlijk zeker als een zwakke weggebruiker betrokken zou zijn bij een ongeval. Frederik Depoortere (Brussels fietsmanager) stelt dat als uit de evaluatie van de bestaande systemen zou blijken dat er geen verkeersveiligheidsprobleem is, hij zeker voorstander is om dit in Brussel in te voeren.

De presentatie van Jérôme Leclef (ConSideR Group) sloot hier goed op aan. In opdracht van de TEC (Transport En Commun en Wallonie) voerde hij een onderzoek uit naar het gebruik van de plooifiets om de afstand tussen deur en halte te overbruggen. Voor de TEC is dit logisch vanuit zijn rol als algemene mobiliteitsmanager.

 

60 personen deden mee aan het onderzoek, waaruit zeer vruchtbare cijfers volgden. TEC is daarom ook van plan om de plooifietsen zelf aan te bieden in een abonnement. Vooral de resultaten van het onderzoek en concrete plannen van TEC om plooifietsen te gaan aanbieden kwamen aan bod in deze uiteenzetting.

Uit het publiek kwamen enkele bedenkingen:

 

- Het prototype is zonder versnellingen, dit vooral om het project betaalbaar te houden, en uit de analyse bleek dit ook geen prioriteit.

- De fietsen kostten tussen de 450 en 500 €, het is niet de bedoeling dat het aanbod volledig kostendekkend is.

- De gebruiker is verantwoordelijk voor noodzakelijk herstel aan de plooifiets.

De volgende twee sprekers, Hannah Schelhaas en Mathieu Dubois, vertegenwoordigen GAPA  (Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen). Zij bespraken de rol van een parkeerbedrijf in het mobiliteitsaanbod, hier met oog op Antwerpen.

 

Het fietsbeleid in Antwerpen steunt op 3 pijlers: 1. Rijden, 2. Stilstaan & 3. Sturen.

Gezien fietsgebruik sterk beïnvloed wordt door de mogelijkheid om fietsen te stallen, is er een belangrijke rol weggelegd voor het parkeerbedrijf. Daarom werd ook een Fietsparkeerplan uitgeschreven. Het Fietsparkeerplan is echter veel meer dan fietsenstallingen alleen, ook het aanbod van publieke fietsen en het luik handhaving en sensibilisering komt erin aan bod. De publieke fietsen zijn een ambitieus project: 1.800 fietsen en 144 fietsstations binnen de Antwerpse Singel. Het bestek is uitgeschreven en toewijzing gebeurt in januari 2010.

De financiering van het project lokt enkele vragen uit bij het publiek: in het bijzonder de keuze om geen financiering uit reclame te halen, maar wel door langparkeerders, is een nieuwe benadering.

Na de pauze kwam Greet Riebbels meer vertellen over het Project Gent St-Pieters.

Deze lezing begon met een filmpje van een 10-tal minuten waarin een overzicht werd gegeven van de planning van het Project Gent St.-Pieters en de fasering die hierin gehanteerd zal worden.

Greet lichtte hierna het project uitgebreid toe en stond vooral stil bij de voordelen voor het gebruik van openbaar vervoer, maar vooral ook op fietsers. Uitgebreid aan bod kwamen stallingsplaatsen en fietshellingen waardoor  fietsers gespaard blijven van gevaarlijke conflicten met auto’s, trams en bussen.

Er kwam wat verzet uit de zaal toen het uitgraven van een extra fietstunnel om de verkeersveiligheid te garanderen ter hoogte van de Timichegtunnel niet gewenst bleek wegens de extra kosten.

 

 

Tot slot was er Roel De Cleen van de Fietsersbond die de 4 raakvlakken tussen fiets en openbaar vervoer in Brussel besprak.

Door fietsers toe te laten op busbanen moeten fietsers niet langer laveren tussen het drukke autoverkeer. Ondertussen is 80% van de totale lengte van busbanen in Brussel opengesteld voor fietsers en werden er nog maar weinig problemen vastgesteld.

De fiets meenemen op metro of (lage vloer)tram kan gratis, maar enkel buiten de spitsuren. Zeker in bepaalde gevallen, zoals om de bovenstad te bereiken, is dit zeer handig.

Op dit ogenblik zijn 2 fietspunten operationeel in Brussel, binnenkort komt daar een 3e bij [op 1 december werd fietspunt Brussel-Luxemburg geopend]. Zeker de kleine “espresso” herstellingen zijn een enorme troef.

Met Villo, het fietsverhuursysteem, met 70 stations en 1000 fietsen, werden ondertussen 460.000 kilometer afgelegd door 3.900 abonnees en 15.000 korte duurgebruikers. Roel is ervan overtuigd dat betere afspraken tussen gewest en gemeenten nog betere resultaten tot gevolg zouden hebben.

De studiedag duurde wat langer dan voorzien maar leverde heel wat informatie op over de complementariteit van fiets en openbaar vervoer. De interactie van de zaal op de sprekers was zeker een dankbaar gebeuren. We kunnen dus spreken van een geslaagde studiedag.