Transitie naar duurzame mobiliteit in steden: een analysekader

05.02.2015

Deze studie werd uitgevoerd door de studiebureaus BUUR en shiftN in opdracht van de VMM en Thuis in de Stad in het kader van MIRA (Milieurapport Vlaanderen).

 

Duurzame mobiliteit in steden

De studie omschrijft stedelijke mobiliteit als een ‘complexe trialoog tussen de ruimte, menselijke activiteiten en vervoerssystemen’. Daardoor wordt een verplaatsingsbehoefte gegenereerd die via een vervoerskeuze wordt ingevuld.

Duurzaamheid wordt in deze studie gedefinieerd als een maximale langdurige kwaliteit op het vlak van ruimte, techniek en processen, met een minimale negatieve en waar mogelijk positieve impact op het vlak van milieu, maatschappij en economie (aka People Planet Profit). Dit resulteerde in 24 thema’s onderverdeeld in 6 velden.

wieken

Het laatste onderdeel van het analysekader is het ‘transitiepotentieel’. De inzet is het begrijpen en eventueel extrapoleren van een veranderingsproces naar duurzaamheid en het evalueren van de beleidsmaatregelen die dit proces kunnen ondersteunen.

 

 

 

5 Europese koplopersteden

In de studie werden 5 Europese steden geselecteerd die qua mobiliteitstransitie tot de koplopers behoren.

Freiburg: brede benadering gecombineerd door het principe van transit oriented development.

Groningen: focus op fietsers en voetgangers met dank aan een dicht en multifunctioneel stadsweefsel.

Zürich: focus op openbaar vervoer met breed aanbod en hoog comfort.

Bolzano: infrastructurele maatregelen in combinatie met een marketingcampagne.

La Rochelle: veel innovatieve maatregelen die voor een brede waaier aan opties zorgen.

 

Toepassing van het analysekader op Leuven

Het toepassen van het analysekader voor de stad Leuven bracht talloze mobiliteitsaspecten aan het licht die voordien minder zichtbaar waren. Dit was vooral het geval voor het transitiepotentieel. Ook de link tussen activiteiten, lokalisatie en vervoerssystemen verschaften nieuwe inzichten. Bij de analyse van de duurzaamheid van het huidige systeem was vooral de alomvattendheid van de duurzaamheidsdefinitie in het analysekader interessant: door duurzaamheid te bekijken als zowel ecologisch, sociaal, economisch, ruimtelijk, technisch en procesgerelateerd, kwamen talloze verbanden, mogelijkheden en lock ins aan het licht.

Het instrument biedt geen pasklare antwoorden voor de realisatie van transitie, maar het identificeert wel aanknopingspunten, richtingen en waarschuwingen die een stad op weg moeten helpen naar transitie.