Vijf jaar Vlaams mobiliteitsbeleid: the good, the bad and the ugly

13.05.2019

In dit artikel analyseren we de resultaten van vijf jaar Vlaams mobiliteitsbeleid op basis van het regeerakkoord 2014-2019 “Vertrouwen – verbinden – vooruitgaan”. We nemen daarbij geen standpunt in of realisaties positief of negatief waren, maar wel in hoeverre aan de voornemens in het regeerakkoord volledig (“the good”), helemaal niet (“the bad”) of gedeeltelijk (“the ugly”) is voldaan.

cowboyboots

"The Good”

  • Investeren in een samenhangend en performant vervoersnetwerk. De investeringen in verschillende netwerken werden vanaf 2018 opgenomen in het GIP (Geïntegreerd InvesteringsProgramma). Het is echter nog iets te vroeg voor een evaluatie van dit instrument.
  • Kilometerheffing vrachtwagens. De kilometerheffing voor vrachtwagens werd ingevoerd op 1 april 2016. Dit resulteerde in een verduurzaming van het vrachtwagenpark. Naar mobiliteitssturing had de kilometerheffing (zoals vooraf aangegeven) heel beperkte effecten. Ook het sluipverkeer dat op enkele locaties ontstond door het beperkte wegennet werd negatief ervaren.
  • De Lijn – interne organisatie. De kostendekkingsgraad van De Lijn is gestegen en de interne organisatie is hervormd. De tarieven zijn “gedifferentieerd” (met de schaduwzijde dat die vooral toegenomen zijn) en “rechtvaardiger” (de gratis abonnementen voor 65+ zijn verdwenen).
  • Hervorming Strategische Adviesraad MORA. Het decreet is afgerond en de oproep voor de nieuwe samenstelling wordt afgerond voor het einde van de legislatuur. Wel opvallend was dat de Vlaamse Regering tegen het unanieme advies van de sociale partners inging voor wat betreft de vertegenwoordiging van de milieuorganisaties, waarvan de plaats in de Mobiliteitsraad niet meer decretaal vastgelegd wordt.
  • Grote infrastructuurwerken inclusief Masterplan Ring rond Brussel. De werken aan de Oosterweel gaan binnenkort van start. De oprichting van de Werkvennootschap nv heeft projecten zoals de Ring om Brussel en andere in een stroomversnelling gebracht.
  • Lange en Zware Vrachtwagens (LZV’s). Het zeer beperkte proefproject werd uitgebreid. Of er een draagvlak voor is bij de brede Vlaamse bevolking is een andere vraag.
  • Verknoping van netwerken. In het decreet basisbereikbaarheid is een belangrijke rol weggelegd voor mobipunten, dit zijn de fysieke locaties waar de netwerken met elkaar verknoopt worden. De studie ‘hiërarchisering mobipunten’ is echter nog niet openbaar, evenals de ‘nieuwe’ categorisering voor netwerken die in het Mobiliteitsplan Vlaanderen zou komen te staan.

"The Bad”

  • Mobiliteitsplan Vlaanderen. “Het Mobiliteitsplan Vlaanderen wordt afgewerkt en goedgekeurd in samenhang met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en het Klimaatbeleidsplan.” Ondanks verschillende initiatieven doorheen de legislatuur is op het einde van de legislatuur heel onduidelijk wat de status is van het Mobiliteitsplan Vlaanderen. Op dit moment is er in elk geval geen goedgekeurd Mobiliteitsplan.
  • De Lijn - Voorrang aan de reiziger. Sinds 2017 publiceert De Lijn geen cijfers meer over hoeveel reizigers er zijn in afwachting van de realisatie van ReTiBo (het project Registratie, Ticketing en Boordcomputer bij De Lijn) , een project dat veel meer kost dan vooraf aangenomen en veel langer duurt om te implementeren. Het project had al gerealiseerd moeten zijn, maar een volledige oplevering is pas voorzien voor 2022.
  • Kilometerheffing personenwagens. De aangekondigde studies lopen, maar nog voor de oplevering ervan lijkt de kilometerheffing al dood en begraven.
     

"And the Ugly”

  • Onderhoud van het wegennet. De toestand van de snelwegen verbeterde in deze legislatuur (in 2017 was 59,8% van de wegvakken in goede of zeer goede staat, in 2013 lag dat cijfer op 47,4%). Voor de gewestwegen spreekt AWV daarentegen over een “een systematische achteruitgang van de toestand van het wegennet”. Het aantal wegvakken dat een “onmiddellijke ingreep” vraagt nam in elke provincie toe.
  • Basismobiliteit wordt basisbereikbaarheid. Het decreet basisbereikbaarheid komt er op het einde van de legislatuur. De uitvoering ervan is voor een volgende legislatuur. Vooral voor de realisatie van het ‘vervoer op maat’ is nog heel wat werk voor de boeg.
  • Investeringen fietsbeleid. Het budget voor fietsinfrastructuur is toegenomen (naar verluidt 138 miljoen euro in 2018), maar volgens de minister zelf is dit nog steeds onvoldoende en moeten we in de volgende legislatuur voor 300 miljoen euro per jaar gaan.
  • Ambitieus Verkeersveiligheidsplan met maximaal 200 doden in 2020, deze doelstelling wordt (waarschijnlijk) niet gehaald.
  • Het Shuttlefonds voor een betere bereikbaarheid van bedrijventerreinen uit het regeerakkoord (en later ‘shuttledecreet’) wordt nu opgenomen binnen basisbereikbaarheid.
  • Het decreet individueel bezoldigd personenvervoer of het “taxidecreet”. Het nieuwe decreet houdt rekening met innovatieve concepten (Uber) en maakt het inschakelen van taxi’s in vervoer op maat mogelijk. Toch uitten zowel werkgevers, werknemers en steden en gemeenten hun bezorgdheden. Ook hier is het afwachten op de uitrol.
cowboyhorse