Gedeelde ruimte, hefboom voor lokale bereikbaarheid

06.04.2018

Als de wekker afloopt gaan we met z’n allen op weg. Waar ons bed staat bepaalt het aantal kilometer dat we voor winkelen, werken of ontspannen de baan op moeten. En dus ook of we daarvoor stappen, trappen of toch de auto in moeten. Lokale bereikbaarheid is een pleidooi voor de renaissance van nabijheid. Maar is dat wel realistisch? Vraagt de toegang tot mobiliteit én nabije voorzieningen en functies niet de ruimte die er niet meer is? Gelukkig groeit net daar het besef: ander en slim ruimtegebruik dringt zich op. Niet in het minst door de ruimte die rest te delen. De Ambrassade, gangmaker in Vlaams jeugdbeleid, loopt alvast warm voor het potentieel. We legden ons oor te luister bij Raf Verbruggen, beleidsmedewerker en overtuigde ‘believer’.

Lees ook onze bijdrage over de drempels bij gedeeld ruimtegebruik

 

Drie jaar lang ging de Ambrassade aan de slag met het project ‘Ruimte delen is ruimte creëren’. De slotsom eind 2017 blijft er weerklinken: het delen van ruimte, maar ook het combineren van voorzieningen en functies, breekt ongeziene kansen open. De reality-check ontbreekt niet:  initiatiefnemers worden al te vaak geconfronteerd met heel wat drempels en obstakels. Maar het potentieel is enorm, een goede scheut creativiteit maakt het verschil. Deze 8 redenen zeggen de rest, wij voegen er een 9e aan toe: het delen van ruimte en infrastructuur als hefboom voor nabijheid. Met minder (verre) verplaatsingen en alle voordelen van dien: voor ontmoeting, lokale economie, gezondheid, op de mobiliteitsknoop, …   

Raf

Raf, met ons thema ‘lokale bereikbaarheid’ onderstrepen wij het belang van nabijheid. Hoe ervaren jullie de impact van afstand (of liever: nabijheid) op het leven van kinderen en jongeren?

"Nabijheid is heel belangrijk voor kinderen en jongeren. Anders dan volwassenen kunnen kinderen zich niet zomaar over grote afstanden verplaatsen. Dat heeft voor een stuk te maken met praktische bezwaren: min-18-jarigen mogen niet zelf met de auto rijden, en zeker voor jongere kinderen is het niet evident om zelfstandig het openbaar vervoer te nemen. Zij zijn dus meer dan volwassenen aangewezen op zachte vormen van mobiliteit: stappen, fietsen, steppen, skaten … En daarmee verplaats je je natuurlijk vooral over korte afstanden.

Tegelijkertijd merken we dat de actieradius van kinderen – de ruimte waarbinnen zij zich zonder begeleiding van een volwassene mogen verplaatsen – de voorbije eeuw enorm is afgenomen. Vóór de opkomst van de auto struinden kinderen vaak kilometers ver van hun woning, nu mogen zij soms niet eens meer tot op het einde van de straat.

Nabijheid wordt dus steeds belangrijker voor kinderen en jongeren om plekken zelfstandig te kunnen bereiken. Om dat mogelijk te maken zijn veilige en aantrekkelijke verbindingsroutes (trage wegen, goede voet- en fietspaden, autoluwe zones …) nodig die belangrijke plekken voor kinderen en jongeren met elkaar verbinden: de woning, de school, de jeugdbeweging of het jeugdhuis, de sportclub of het zwembad, de bibliotheek, het speelterrein of het park… Speelweefsel noemen we dat. Nabijheid tussen de plekken in een speelweefsel is van groot belang. Want hoe groter de afstand, hoe groter de kans dat kinderen afhankelijk zijn van (de auto van) hun ouders om ergens te geraken."

Auto- en fietsdelen zitten al veel langer in een versnelling, ook gedeelde ruimte/infrastructuur krijgt stilaan meer voeten in de aarde. Meer nog, heel wat ongebruikte ruimte staat te wachten op nieuwe dynamiek. De Ambrassade bundelde haar expertise hierover in een onderzoeksrapport waarin de warme oproep klinkt om meer ruimte te delen (en dus te creëren). “We merken dat nieuwe gedeelde ruimte initiatieven of overheidsdiensten die willen inzetten op gedeeld ruimtegebruik ten gevolge van deze versnippering vaak het warm water opnieuw moeten uitvinden, jammer.” De handleiding ‘Ruimte delen, hoe doe je dat’ geeft daar een antwoord op. In de eerste plaats voor (jonge) mensen op zoek naar ruimte, maar relevant voor alle actoren. Niet in het minst lokale overheden…

Raf, gedeelde infrastructuur heeft vandaag een erg stedelijke weerklank. Hoe kijken jullie naar de kansen die het delen van ruimte ook voor kinderen in een meer landelijke context kan bieden?

"Eén van de problemen die kinderen en jongeren in een landelijke context regelmatig aanbrengen is dat voorzieningen wegtrekken uit landelijke regio’s. Als de lagere school, de bibliotheek of het lokale frituur verdwijnt, heeft dat een impact op de bereikbaarheid van die plekken voor kinderen en jongeren. Tegelijkertijd klagen jongeren vaak aan dat er minder leven is in hun dorp door het verdwijnen van voorzieningen. Door ruimte en functies te delen kan het soms terug rendabel worden voor bepaalde voorzieningen om zich te vestigen in kleine landelijke dorpen. Waarom geen brood of postzegels verkopen in de lokale bib bijvoorbeeld? Of een gedeelde ruimte voorzien voor verschillende mobiele voorzieningen die zich verplaatsen tussen verschillende dorpen."

Ruimte delen kan op veel verschillende manieren: door verschillende activiteiten samen te brengen op een zelfde plek (gedeeld gebruik, medegebruik of verweving – gelijktijdig en/of achtereenvolgend), publiek gebruik van private of semipublieke ruimte, hergebruik van verlaten ruimtes, tijdelijk gebruik of ‘intensivering’ (meer gebruik binnen een zelfde oppervlakte). De Ambrassade schreef ook pasklare aanbevelingen uit voor lokale overheden: strategische aanbevelingen, concrete acties en quick wins. Want winst door delen, het ontstijgen van bezit, is dé tendens die ook mobiliteit een geheel ander gezicht kan geven.

Raf, ruimte delen kan een antwoord bieden op de groeiende nood aan vrijetijdsplekken, ook in de eigen buurt. Welk initiatief bleef jou bij, vooral dan door de manier waarop het de directe omgeving ‘in vervoering’ (letterlijk en figuurlijk) bracht?

"Ketmet van Cultureghem vind ik zelf een heel inspirerend voorbeeld. Dat project tovert de marktsite van de Abattoir in Kuregem elke week van maandag tot donderdag om in een gigantisch speelterrein voor kinderen en jongeren. Dat doen ze o.a. door middel van een speelparcours dat is geschilderd op het beton van de marktplaats, en met behulp van mobiele keukens en speelcontainers (met een levensgrote meccano, materiaal op wieltjes …). Een broodnodig initiatief op deze plek, want dit is één van de meest dichtbevolkte wijken van Brussel, met heel weinig publieke ruimte en een grote autodruk."

cultureghem